Uitspraak Rechtbank: Aanwenden ontslagvergoeding

Het huwelijk tussen M en V is in 2012 door echtscheiding ontbonden, waarbij de rechtbank de door M aan V te betalen partneralimentatie heeft vastgesteld. M is inmiddels hertrouwd met X.

M verzoekt de rechtbank de door hem aan V te betalen partneralimentatie op nihil vast te stellen. M beroept zich op gewijzigde omstandigheden (artikel 1:401 lid 1 BW): hij is in 2015 zijn baan verloren. Weliswaar heeft hij inmiddels een andere dienstbetrekking gevonden, maar die genereert een aanzienlijk lager inkomen, aldus M. De rechtbank wijst het verzoek af.

In hoger beroep staat de vraag centraal of M de door de hem in 2015 ontvangen ontslagvergoeding (ad € 117.690 bruto) had dienen aan te wenden om zijn inkomensachteruitgang op te vangen. V betoogt van wel. M stelt dat het bedrag grotendeels is opgegaan aan de noodzakelijke verbouwing van zijn huis en de al even noodzakelijke aanschaf van een andere auto.


Checklist

“Efficiënt scheiden”

checklist scheiden
In goed overleg scheiden en financiële/fiscale kosten besparen?

Ontvang nu gratis de checklist “Efficiënt scheiden”.

Deze checklist bevat onder andere:

  • 10 pagina’s vol met informatie
  • Compleet stappenplan
  • Extra aandachtspunten

Ontvang de checklist


Het hof overweegt als volgt. M heeft ervoor gekozen om de ontslagvergoeding grotendeels aan te wenden voor de verbouwing van zijn huis, dat volgens hem gemoderniseerd moest worden en geschikt moest worden gemaakt voor de inwoning van de kinderen van X. In het licht van zijn onderhoudsverplichting jegens V kan M de gevolgen van deze keuze niet afwentelen op V. Dit geldt temeer nu hij ervan op de hoogte was dat hij minder inkomen zou verwerven bij zijn nieuwe werkgever. Hier komt nog bij dat de noodzaak van de verbouwing/modernisering niet blijkt uit de door M overgelegde stukken, nu deze geen inzicht verschaffen in de feitelijke uitgaven die M van de ontslagvergoeding heeft gedaan. Dat het voor hem noodzakelijk was om een andere auto aan te schaffen, heeft M evenmin aannemelijk gemaakt.

Evenals de rechtbank gaat het hof ervan uit dat M zijn ontslagvergoeding had dienen te gebruiken om zijn huidige inkomen aan te vullen tot zijn voormalige inkomen van € 59.303 bruto per jaar. Het belastbaar inkomen van M bedroeg in 2016 ruim € 44.000, zodat het inkomen met ongeveer € 15.000 bruto per jaar van de ontslagvergoeding zou moeten worden aangevuld. Het hof acht het redelijk ervan uit te gaan dat M gedurende een aantal jaren in staat kan worden geacht zijn inkomen aldus aan te vullen.

Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:761